MIG MAG lassen

Bij MIG en MAG lassen wordt  door de lastoorts een boog getrokken tussen de aangevoerde lasdraad en het werkstuk. De lasboog smelt het basismateriaal dat gelast wordt samen met de lasdraad.

Het verschil tussen MIG en MAG lassen:

• Het beschermgas dat wordt gebruikt.
  Bij MIG lassen wordt een Inert Gas gebruikt. Dit is Argon, Helium of mengsels hiervan. Bij MAG lassen wordt een Active Gas gebruikt. Een mengsel van Argon, Kooldioxide en Zuurstof.
• Het materiaal dat wordt gelast.
  Bij MIG lassen wordt koper, aluminium of aluminiumlegeringen evenals non-ferro metalen verbonden. Bij MAG lassen worden ongelegeerde en laaggelegeerde staalsoorten verbonden.

  De lasdraad wordt door middel van een spoel naar het laspunt gevoerd, waar deze direct smelt. De toevoeging van beschermgas voorkomt dat zuurstof de lasplek binnendringt en het werk kan sneller en kwalitatief beter worden uitgevoerd doordat de temperatuur veel hoger is. Bovendien is er geen oxidatie van de lasnaad omdat er geen zuurstof aanwezig is. Het gebruikte beschermgas is meestal Aragon, meer zelden helium of een mengsel van beide. Aragon is goedkoper en heeft daarom de voorkeur. MIG MAG-lassen wordt voornamelijk toegepast in de machinebouw, fijnmechanica en nucleaire technologie.